In het najaar van 2008 debuteerde de jonge Vlaamse auteur Paul Baeten Gronda met de ijzersterke roman Nemen wij dan samen afscheid van de liefde. De verwachtingen waren hooggespannen voor de opvolger, die de titel Kentucky, mijn land meekreeg. De knappe pen en de aanstekelijke, bijtende humor zijn gelukkig intact gebleven, maar deze tweede roman is verder toch van een heel ander kaliber. De leeservaring en sfeer zijn bijvoorbeeld totaal anders. In ‘Kentucky, mijn land’ komen we terecht in de eigenzinnige denkwereld van Karel Jemen, een drieënzeventig jarige man, die na een succesvolle carrière aan het rentenieren is op een appartementje met zicht op zee.
‘Karel Jemen van het appartement op de vijfde en hoogste verdieping was niet aan de kust komen wonen om de redenen die de meeste buren aanhaalden, namelijk de gezonde lucht en het uitzicht op de Noordzee….. Karel was ooit het binnenland ontvlucht en was westwaarts blijven rijden tot de verharde weg ophield en overging in zand.’
Hiermee is meteen de toon gezet. Karel Jemen is geen gezellige oude opa, maar ergert zich constant aan ongeveer alle mensen (en dieren) die zijn pad kruisen. Hij houdt er daarbij nogal verwrongen veronderstellingen op na, bijvoorbeeld over zijn ‘lesbische’ schoonmaakster Alicia, voor hem één van de vele ‘rattenkopjes’.
‘Alicia was buiten adem en Karel walgde bij het idee dat zij bezweet in zijn appartement zou rondlopen. Dampend van lesbische verlangens, vuil en heet als het dampende sop waarmee ze de vloeren dweilde’.
Karel verlaat zijn appartement enkel om in het herenkapsalon beneden op zijn vaste stoel te gaan zitten en het huiselijk gevoel van ‘mannen onder elkaar’ in zich op te nemen. Het boek is opgebouwd uit allemaal korte scènes, miniatuurtjes waarbij de lezer langzaam kan opgaan in het hoofd van Karel Jemen, de meewarige misantroop en fanatieke behoeder van de ‘oude glorie’, voor wie geld en goede manieren onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Tot echte communicatie met zijn ‘enige vriendin’ en zijn dochter Milena is hij niet in staat. Het verhaal leest heel vlot weg, de korte, banale huiselijke dialogen en observaties zijn bij momenten zelfs dolkomisch, maar naarmate het boek vordert wordt het grimmiger en doet Karel Jemen denken aan één van die verknipte Grunbergpersonages: gestoord, geil en wreed. In het laatste hoofdstuk lijkt het allemaal op een uit de hand gelopen grap, maar de profetische openingszin van het boek beslist er toch anders over. Kortom: weeral een knappe prestatie van deze jonge romancier!
Hiermee is meteen de toon gezet. Karel Jemen is geen gezellige oude opa, maar ergert zich constant aan ongeveer alle mensen (en dieren) die zijn pad kruisen. Hij houdt er daarbij nogal verwrongen veronderstellingen op na, bijvoorbeeld over zijn ‘lesbische’ schoonmaakster Alicia, voor hem één van de vele ‘rattenkopjes’.
‘Alicia was buiten adem en Karel walgde bij het idee dat zij bezweet in zijn appartement zou rondlopen. Dampend van lesbische verlangens, vuil en heet als het dampende sop waarmee ze de vloeren dweilde’.
Karel verlaat zijn appartement enkel om in het herenkapsalon beneden op zijn vaste stoel te gaan zitten en het huiselijk gevoel van ‘mannen onder elkaar’ in zich op te nemen. Het boek is opgebouwd uit allemaal korte scènes, miniatuurtjes waarbij de lezer langzaam kan opgaan in het hoofd van Karel Jemen, de meewarige misantroop en fanatieke behoeder van de ‘oude glorie’, voor wie geld en goede manieren onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Tot echte communicatie met zijn ‘enige vriendin’ en zijn dochter Milena is hij niet in staat. Het verhaal leest heel vlot weg, de korte, banale huiselijke dialogen en observaties zijn bij momenten zelfs dolkomisch, maar naarmate het boek vordert wordt het grimmiger en doet Karel Jemen denken aan één van die verknipte Grunbergpersonages: gestoord, geil en wreed. In het laatste hoofdstuk lijkt het allemaal op een uit de hand gelopen grap, maar de profetische openingszin van het boek beslist er toch anders over. Kortom: weeral een knappe prestatie van deze jonge romancier!
Nog twee bedenkingen: Het tafereel op pagina 114, waarin Karel Jemen het heeft over zijn ‘oude, belegen pap’ is zeker een nominatie waard voor de volgende ‘Bad sex award’. De korte fragmenten lenen zich uitstekend voor een filmscenario in zwart-wit. Ik zie het al voor me: beelden van de zee met sombere jazzy muziek op de achtergrond, een oude klasse-acteur die het karakter van Karel Jemen zonder veel woorden in beeld kan brengen, korte scènes met de banale nevenfiguren in het kapsalon en op het appartement, een beetje afstandelijk gefilmde seks…Zou best een indringende film kunnen worden!
Tenslotte: Paul Baeten Gronda heeft zijn eigen blog en hij is stilaan aan het uitgroeien tot BV, want de TV heeft zijn potentieel ondertussen ook ontdekt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten