‘Ik zie geen heil in geforceerde verstilling als weergave van een storm of een symfonie, ik word niet wild van kaalheid als vertolking van weelde, ik heb schijt aan pasteltinten en breekbaar estheticisme als uitbeelding van waarachtig vlees en bloed…. Minder is minder. En daarmee uit.’
Met de tomeloze woordenschat waarmee Tom Lanoye zich in ‘Sprakeloos’ bedient, serveert hij de lezer een passioneel pleidooi voor de overdaad van taal. Geen betere manier om zijn moeder te eren, want dit is waar deze vrouw voor stond. Een flamboyante persoonlijkheid met een grote liefde voor theater. Barok tot in haar toastjes! Uitgerekend deze moeder heeft haar taal op tragische wijze verloren en Tom Lanoye bouwt haar terug op met al haar (on)hebbelijkheden, levenslust en liefde voor taal. We voelen de worsteling want het gaat hier evengoed over het verwerkingsproces van de zoon.Hoe hij er bijvoorbeeld maar niet toe komt om eraan te beginnen en nood heeft aan allerlei bochten en anekdotische omwegen om tot de essentie, het verhaal van zijn moeder, te komen. Een generatie, hun wijk, hun epoque, hun bestaan, ze komen tot leven via de kleurrijke verhalen en volkse typetjes die overvloedig de revue passeren. Over the top? Misschien af en toe maar eerder tragikomisch dan lachwekkend en met een tomeloos gevoel voor de kleine details die het verschil maken in een mensenleven.
'Wie schrijft die blijft' is een dooddoener, maar dit spreekt Lanoye manifest tegen.
‘Schrijven is vernielen, bij gebrek aan beter. Waar je over schrijft gaat pas dan en juist daardoor voorbij. Literatuur is loslaten. Schrijven is verdrijven.’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten