maandag 4 januari 2010

‘En je ziet nog eens wat’ van Renske de Greef

Het is blijkbaar een trend: steeds meer jongeren stellen na afloop van hun Middelbare schooljaren de hogere studies even uit en besluiten om eerst de wereld rond te trekken. Waarom? Om zichzelf beter te leren kennen, om levenswijsheid op te doen, kennis te maken met andere culturen, hun blik te verruimen en spannende avonturen te beleven. Een extra optie voor idealistisch ingestelde jongeren is de keuze voor vrijwilligerswerk in Afrika. De Nederlandse auteur Renske de Greef schreef met En je ziet nog eens wat een roman, waarin zij die nieuwe subcultuur van jonge vrijwilligers in Afrika op een grappige, maar ook schrijnende manier portretteert. We maken kennis met Guusje, een 18-jarig meisje. Zij vertrekt samen met een vriendin naar Tanzania om daar drie maanden onbaatzuchtig ‘het verschil te gaan maken’ in een weeshuis. Al snel wordt duidelijk dat de hooggespannen verwachtingen van de twee meisjes niet echt met de nuchtere werkelijkheid overeenstemmen. Met oog voor detail vertelt Renske de Greef hun verhaal en doet dat vol vaart en spitse humor, waarbij zij geen taboes uit de weg gaat. We zien bijvoorbeeld hoe de massale aanwezigheid van jonge vrijwilligers perverse mechanismen in gang zet, met o.a. lucratieve weeshuizen die als paddenstoelen uit de grond schieten in toeristisch aantrekkelijke gebieden. We zien hoe de lokale bevolking deze jonge vrijwilligers beschouwt als ‘toeristen’ en hoe dit resulteert in een winstgevende 'industrie'. Zij moeten bijvoorbeeld betalen per dag dat zij ergens 'helpen'. We gaan nadenken over zin en onzin van dergelijke vorm van ontwikkelingshulp, waarbij veel ‘onvoorbereide’ vrijwilligers de wensen en gevoeligheden van de lokale bevolking totaal verkeerd interpreteren. Decadente cocktailparty’s maken het cynisch plaatje compleet. En je ziet nog eens wat roept herinneringen op aan Ben je ervaren? van William Sutcliffe. In dat boek lezen we over backpackers die door India trekken met hun Lonely Planet in de hand en uiteindelijk allemaal op dezelfde plekken terechtkomen, waar zij zich samen kunnen afzetten tegen het massatoerisme. Renske de Greef laat mij op het einde achter met een wrang gevoel, maar ondertussen heb ik wel een heel onderhoudend, grappig en knap geschreven (docu)roman gelezen. Deze jonge schrijfster woonde zelf zeven maanden in Tanzania. Eerder verscheen van haar Lust: liefde, sex en bambihertjes, een verzameling columns, waarmee zij in 2004 debuteerde. Bekijk onderstaand fragment, waarin zij een stukje voorleest uit ‘En je ziet nog eens wat'.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten