Suspenserijke, intelligente pageturner
Kunstenaar, wetenschapsjournalist en schrijver Gert-Jan van den Bemd debuteerde in 2018 met zijn roman De verkeerde vriend. Voor zijn romans, essays en poëzie ontving hij diverse prijzen. Na drie spannende literaire romans trekt de Nederlandse auteur met Lex resoluut de kaart van de psychologische thriller.
De vijfendertigjarige Lex Houtdijk wil als succesvol schrijver door het leven gaan. Om deze droom te kunnen waarmaken heeft hij ontslag genomen bij de krant. Maar zijn vierde thriller schiet maar niet uit de startblokken. Hij worstelt met een writer's block, mist structuur en vindt zichzelf een loser, nu hij financieel afhankelijk is van zijn vrouw Karla. Zij is de telg van een vooraanstaande familie, bestiert een goed draaiend reclamebureau en met haar wekelijkse looprondje bereikt ze een groeiend aantal volgers op sociale media.
'Door de belemmering ontstond de behoefte om eraan te ontsnappen, de beperking van zijn vrijheid werkte als compost, een voedingsbodem waarin zijn creaties ontkiemden. Drie thrillers in vier jaar. Nu hij zeeën van tijd had, ontsproot er niets, alles ging dood. Hij was als een pensionado in een warm oord, ogenschijnlijk niets te wensen over, volgevreten, altijd licht aangeschoten, maar tot op het bot verveeld.'
De tweede protagonist is de vijfenveertigjarige salesdirector Wander van Aalst. Hij is trots op zijn nieuwe luxeauto en benadrukt graag hoe hij hogerop geklommen is dankzij zakelijk inzicht en mensenkennis. Vol tegenzin verplaatst hij zich elke donderdag naar de avondschool om zijn Engels bij te spijkeren. Ook zijn huwelijk heeft betere tijden gekend en dan komt het goed uit dat de mooie zesentwintigjarige Dolly Palou langs hem neervlijt in de Engelse les.
Na ongeveer honderd pagina's beginnen de paden van Lex en Wander zich voorzichtig te kruisen, als Karla tijdens haar looproutine een BMW opmerkt, waarvan de chauffeur telkens een parkeerticket pakt en vervolgens gewoon wegrijdt. Ze vertelt dit aan Lex om hem te inspireren.
Van den Bemd neemt ruimschoots de tijd om zijn hoofdpersonages te introduceren. Hij zet heel wat lijntjes uit en werkt die nauwgezet uit. Met een ei zo na wiskundige perfectie rijgt hij de draadjes aaneen. Alle nevenpersonages en schijnbaar onbeduidende details hebben een functie in de plot. De stad Breda fungeert daarbij als een soort van schaakbord, waarop de pionnen zich voortbewegen.
Kabbelend traag komt het verhaal op gang, maar er zweeft van in het begin een subtiele onrust in de lucht. De auteur creëert spanning volgens een beproefd recept van filmgrootmeester Alfred Hitchcock. Hij zorgt ervoor dat de lezer meer weet dan de personages, die zich niet bewust zijn van de dreiging die hen boven het hoofd hangt. Het vertelperspectief wisselt in negenendertig chronologische hoofdstukken af tussen Lex en Wander en verspringt enkele keren naar Karla. Haar beleving vormt een cruciale schakel die belangrijke gebeurtenissen aanstuurt en ertoe bijdraagt dat de twee verhaallijnen steeds dichter tegen elkaar aanschurken.
Naast onderhuidse spanning is er ook een flinke dosis humor aanwezig. Beide mannen zijn lachwekkende, arrogante alfamannetjes in een midlifecrisis, die hun omgeving obsessief begluren en interpreteren. Door foutieve aannames werken ze zich alsmaar verder in nesten. De auteur beent hun karakters uit, niet door middel van beschrijvingen, maar via gedachtestromen en gesprekken. Ze denken vaak het tegenovergestelde van wat ze zeggen, verzwijgen belangwekkende informatie en er wordt veel gelogen. Alles om maar geen gezichtsverlies te lijden. Wander loopt zijn lul achterna, Dolly is voor hem een levensgrote pop met 'borsten, vol en roomwit, als bapao-broodjes'. Een blowjob in zijn wagen krijgt een grappige dimensie als ze een tweede keer passeert, bekeken door de ogen van Lex, die volledig verstrikt raakt in zijn eigen romanfantasie.
In een prettige, vanzelfsprekende schrijfstijl roept Van den Bemd glasheldere beelden op. Tussendoor stipt hij maatschappelijke thema's aan zoals dementie, relatieperikelen en kinderloosheid. En hij slaat een cynisch toontje aan in rake observaties en spitse dialogen rond managementjargon, teamborrels, beklemmende sociale controle, de uitgeverswereld, boekbloggers, lokale journalistiek, hekklevers bij bouwterreinen, de vergrijzing van het publiek in culturele centra en opgestoken duimpjes op sociale media.
'Hij zag de recensies al voor zich, niet eens van journalisten, maar van gewone lezers die vaak veel directer waren en harder binnenkwamen. Nog saaier dan Overweg. Ik ben na vijftig pagina’s gestopt. Ze gaven een of twee sterren ‘voor de moeite’. Als je vroeger een boek las dat je niet beviel, klapte je het dicht en begon je in een ander. Nu voelden steeds meer lezers de behoefte om hun ongezouten mening te delen. Dat gold niet alleen voor boeken, maar ook voor films, restaurants, hotels en de hygiëne van de toiletten op een luchthaven, alles werd in sterren uitgedrukt. Er waren zelfs websites waarop hoerenlopers prostituees beoordelingen gaven. Ze heeft een leuk snoetje, maar pijpen kan ze voor geen meter.'
Lex vangt aan met een quote van thrillerauteur Patricia Highsmith, die stelt dat kunst geen nood heeft aan moraal. En verderop wordt een boek van Michel Houellebecq 'weerzinwekkend en tóch prachtig' genoemd. Dat geldt ook voor deze roman van Gert-Jan van den Bemd, een rijkgeschakeerde, intelligente pageturner zonder losse eindjes, met de lezer in de rol van oppervoyeur. En de uiteindelijke afwikkeling voelt aan als een sneltrein, die abrupt tot stilstand komt.
Dit is een Hebban recensie die eerder gepubliceerd werd op Hebban.nl.