vrijdag 3 januari 2020

"Vele vreemde vormen" van Tom Hofland


Existentiële angsten bezweren met verbeelding

‘De geur die hem vroeger geruststelde, overspoelde en al zijn zorgen wegnam, was nu nog slechts een verwijzing naar die tijd. Gevaar had een vorm, en veiligheid dus ook. Maar nu hij volwassen was, begonnen zijn angsten hun vaste vorm te verliezen.’

Tom Hofland (°1990) is een Nederlandse schrijver en programmamaker. In 2017 verschijnt zijn debuutroman Lyssa. Met Pascal van Hulst maakt hij een webserie over Nederlandse sagen en een populaire misdaad podcast (De Blankenberge Tapes, 2019).

Tomás Mancanza is afkomstig van Paraqi, een fictief eilandje bij de evenaar. Zijn vader Peppino is er een lokale held, die na de dood van zijn vrouw samen met de 18-jarige Tomás naar Antwerpen verhuist. Ze starten een detectivebureau, maar Peppino keert al snel terug naar Paraqi en laat Tomás verweesd achter. Tijdens het schaduwen wordt Tomás verliefd op Camille. Als zijn vader verdwijnt, reist hij noodgedwongen terug naar zijn geboorteplek en gaat op zoek.

Waar Lyssa de plechtstatigheid van een historisch drama uitstraalt, kiest Tom Hofland in Vele vreemde vormen resoluut voor een lossere structuur. Als je een spannende detective met een strakke, logisch geconstrueerde plot verwacht, kom je bedrogen uit. Dit is een moderne roman, die - zoals de titel belooft - uit meerdere lagen bestaat en zich niet laat definiëren als een genreroman. De auteur speelt wel met typische genreregisters, bijvoorbeeld de film noir, waar antihelden graag in de ban geraken van fatale vrouwen die ze moeten schaduwen. Tomas is een klunzige speurder, dat brengt fijne situationele humor met zich mee. Die komische noot komt ook terug in de karakterisering van sommige nevenpersonages. Wat denk je bijvoorbeeld van een cafébaas die zweert bij kraanwater?

De bewoners van Paraqi zijn bijgelovig. Ze beweren dat niemand op het eiland droomt, want 'wie droomt komt vele vreemde vormen tegen'. Het magisch realisme van de Latijns-Amerikaanse meesters en hun vertellingen, waarin werkelijkheid en fantasie op een vanzelfsprekende manier samenvloeien, is niet ver weg. Het start al in Antwerpen. Terwijl Tomás Camille begluurt, is er op televisie een film te zien waarin een man zich onder tafel verstopt om zijn vriendin te verrassen. Hij durft vervolgens niet meer tevoorschijn te komen en blijft maandenlang onder tafel zitten.

‘Zijn armen en benen waren in de poten gegroeid, en langzaam maar zeker ging hij op in het hout. En het vreemde was: hij was gelukkig. Hij was gelukkig een meubelstuk te zijn geworden voor haar.’ 

Een bevreemdende scène en een voorafspiegeling van wat Tomás te wachten staat op Paraqi. Daar wordt hij geconfronteerd met een aaneenschakeling van intrigerende, mythische verhalen die subtiel op hem inwerken. Een geheimzinnige vijver, glad als een zwarte spiegel in de donkere nacht, staat daarbij centraal.

‘Het water lag zo stil en reflecteerde de omgeving zo scherp dat Tomás het gevoel kreeg naar een andere wereld te kijken. Een portaal dat alleen zichtbaar werd in de nacht.’

Een bange Tomás voelt zich niet meer thuis op dit ‘eiland van zijn vader’. Hij observeert en analyseert, woorden hebben hem altijd geholpen om de wereld te begrijpen. Nu moet hij een knop omdraaien van ratio naar verbeelding, om grip te krijgen op zijn leven.

'Elke hoek, elke kier van zijn geest zat vol met zinnen. Zinnen die over elkaar heen buitelden, schreeuwden, elkaar tegenspraken. De taal werd een barrière tussen hem en de momenten die hem dierbaar waren.’ 

De auteur schrijft helder, zij het bij momenten stroef. Een euvel is dat hij herhaaldelijk dingen wilt uitleggen: over Tomas zijn observatiedrang, dromen, de vijver en de ‘vele vreemde vormen’. Op die manier verstoort hij de magie. Hoe heerlijk de verhalen zich ook laten consumeren, ze doen niet meer dan herkauwen hoe de mensheid al eeuwenlang existentiële angsten tracht te bezweren. Deze roman mag je niet met een nuchtere geest tegemoet treden, je moet je overgeven aan een zekere graad van spiritualiteit om ervan te kunnen genieten. Probeer de gebeurtenissen die in Vele vreemde vormen langskomen daarom beter niet te doorgronden, dan analyseer je de roman kapot. Laat je liever meeslepen door deze ongrijpbare ode aan de verbeelding.

‘Misschien was het de vermoeidheid, maar hij kreeg opeens het heldere beeld in zijn hoofd dat hij zijn huid van zich zou kunnen afschudden, als een reptiel, en met een vers lichaam aan een nieuw leven zou kunnen beginnen. Al het aangeleerde gedrag, alle angsten, alle emotionele bagage zou hij, vastgekoekt aan zijn vel, in de berm laten liggen.’

Dit is een Hebban recensie, die eerder gepubliceerd werd op Hebban.nl

Beluister hier een interview met Tom Hofland

Geen opmerkingen:

Een reactie posten