woensdag 12 februari 2020

"Wandelen in een Escher" van Michiel Stroink


Legitieme maatschappijkritiek in minder geslaagde verpakking 

Wandelen in een Escher is de vijfde roman van de Nederlandse auteur Michiel Stroink (1981). Sinds hij uit Srebrenica wegvluchtte tijdens de val op 11 juli 1995, voelt Lucas Sterreveld zich achtervolgd door de overheid. In de ondergrondse parkeergarage waar hij werkt, vindt hij een veilig onderkomen. Lucas komt zo weinig mogelijk buiten en vermijdt sociale contacten totdat Alice, een jonge stagiaire, op de werkvloer verschijnt en zijn routines uit balans brengt. Als er niet veel later ook twee gevluchte kinderen onderduiken in ‘zijn’ garage, haalt het oorlogsverleden hem in.

‘Dolfijnen slapen niet. Of eigenlijk slapen ze maar voor de helft. Ze zijn in staat hun hersenhelften om beurten wat slaap te gunnen. Terwijl de ene helft slaapt heeft de andere helft dienst. De wakkere helft zorgt ervoor dat de dolfijn naar de oppervlakte gaat om te ademen of om snel te reageren als er gevaar dreigt. Veteranen slapen een dolfijnenslaap.’  

In het eerste deel ligt de focus bij Lucas, de ik-persoon. Flashbacks uit Srebrenica wisselen af met het hier en nu. Zijn problematische omgang met mensen resulteert in grappige situaties en dialogen doorspekt met droge, laconieke humor. Lucas houdt zich op de vlakte, bang als hij is om oude, ongeneeslijke wonden open te rijten. Het laagje vernis is dun, een kleine ‘trigger’ volstaat om het lontje van waanzin te activeren. Ook de nevenpersonages worstelen met uiteenlopende psychische problemen. Een dergelijke thematiek leunt aan bij eerder werk van de auteur, zoals zijn door Frank Lammers verfilmde debuutroman Of ik gek ben.

Het tweede deel ontgoochelt. Lucas is niet meer aan het woord, het vertelstandpunt verspringt en daarbij doet het er amper toe welk personage aan zet is. De herhaaldelijke tussenkomst van een alwetende verteller schept afstand en te veel duiding. De boodschap loopt in de weg van het verhaal en de psychologische uitwerking van de personages.

Problematisch wordt het als de auteur kinderen gedachtespinsels toedicht, die moeilijk te rijmen vallen met hoe kinderen praten of denken. Hij legt ze sociologische beschouwingen in de mond die gekunsteld overkomen. Ze reflecteren bijvoorbeeld over hoe de samenleving omgaat met vluchtelingen of de klimaatcrisis. Ook de gebeurtenissen leveren aanleiding om – weliswaar legitieme – maatschappijkritiek te spuien. Er passeren suggesties omtrent politieke doofpotoperaties, bijvoorbeeld over de onverkwikkelijke rol van de Nederlandse overheid bij de genocide in Srebrenica. De op hol geslagen westerse samenleving vol consumentisme, conformisme en fake news moet het eveneens ontgelden.

‘Er is niks meer echt. Daarom maken wij ons ook niet druk om fake news. We hebben het uitgevonden. Het is geen enkel probleem. Daarom bestaan er mensen die op Trump en Baudet stemmen. Het zijn misschien wel smerige klootzakken, maar ze zijn wel écht. In een tijd waarin alles schone schijn is, zien we het gruwelijke aan voor echt en dus oprecht.’ 

Binnen de lappendeken aan stijlregisters, werkt de zakelijke verslaggeving tussendoor als stoorzender. De poëtische fragmenten over Lucas’ nachtelijke dwaaltochten komen het sterkst uit de verf. Dan wandelt hij écht in een Escher, springen zijn gedachten op en neer en voel je hoe hij moeite doet om de herbeleving van zijn traumatische ervaringen te vermijden. Ook de evocatie van een nachtmerrie is krachtig en mondt uit in een tekst die voor zichzelf spreekt, mooi om hardop voor te lezen.

‘Mijn bedevaartstochten hebben geen eindpunt, ze leiden me altijd weer terug naar het begin. Ik wandel in een Escher-lithografie en weet dat ik pas kan ophouden als ik accepteer dat ik onderdeel ben van de afbeelding.’ 

Wandelen in een Escher klaagt aan hoe ontmenselijking zit ingebakken in een cynische, door regeltjes aangestuurde samenleving. Omdat het theoretisch kader primeert, genereren de personages en hun lotgevallen weinig betrokkenheid. De lezer wandelt net als Lucas in een cirkel zonder begin of einde.

Dit is een Hebban recensie, die eerder gepubliceerd werd op Hebban.nl

Geen opmerkingen:

Een reactie posten