zaterdag 10 oktober 2020

“Bittere tijden” van Mario Vargas Llosa



Een sterk staaltje gesublimeerde geschiedschrijving 

De Peruaanse schrijver Mario Vargas Llosa (1936) wint in 2010 de Nobelprijs voor de Literatuur voor 'de manier waarop hij machtsstructuren in kaart brengt en zijn scherpzinnige beelden van het verzet, de opstandigheid en de nederlaag van het individu'. Ook in de nieuwe roman Bittere tijden, vertaald door Eugenie Schoolderman en Arie van der Wal, draait alles om de nietigheid van individuen, die niet beseffen dat ze ‘poppetjes in de handen van een geniale poppenspeler’ zijn. 

De auteur analyseert een onverkwikkelijk hoofdstuk uit de geschiedenis van Guatemala, dat tussen 1944 en 1954 een democratische lente beleeft onder het bewind van president Arévalo en zijn opvolger Arbenz Guzmán. Een periode van hoop voor de arme bevolking, in een land waar feodale structuren de sociale vooruitgang belemmeren. In 1954 wordt Arbenz met militaire hulp van de Verenigde Staten verdreven. Ze smoren de jonge democratie in de kiem door de hervormingen valselijk af te serveren als communistische infiltratie en schuiven de hardvochtige, niet bijster intelligente dictator Castillo Armas, naar voren. Guatemala en zijn bevolking moeten bloeden om de privileges van een handvol hebzuchtige grootgrondbezitters en een groot Amerikaans bedrijf veilig te stellen. Hallucinant hoe de V.S. erin geslaagd is om zelfs de kwaliteitspers in de westerse wereld bij dit alles te misleiden. 

De proloog is belangrijk om die cynische logica te bevatten. Met een citaat uit Propaganda (1928) van Edward Bernays, de ‘vader van de public relations’, maakt de auteur zijn punt.

Het opzettelijk en intelligent manipuleren van de gewoonten en meningen van de massa is een belangrijk onderdeel van de democratische samenleving. De mensen die deze verborgen maatschappelijke mechanismen manipuleren, vormen een onzichtbare regering die de ware heersende macht in ons land vertegenwoordigt.’ 

Tot zover de macro-economische achtergrond. Welke mechanismen er precies gespeeld hebben om de realiteit te vervangen door ‘een beminnelijke vorm van fictie’ komen we verder niet te weten. Vargas Llosa belicht liever de vele pionnetjes van het schaakspel en hoe zij deze woelige periode hebben ervaren. Hij hanteert een onderhoudende, zakelijke schrijfstijl in de derde persoon en maakt gebruik van tijdssprongen en wisselende perspectieven. De personages reflecteren over de politieke toestanden, begrijpen niet wat hen overkomt en delen hun interpretaties. Het is aan de lezer om het kluwen te ontwarren in die overvloed aan informatie en historische duiding. Een minimale voorkennis over de geschiedenis van Centraal-Amerika is daarbij geen overbodige luxe. Het gaat om echte gebeurtenissen en bestaande personen, waarvan je de biografieën makkelijk terugvindt op Wikipedia. Wordt het plaatje completer door zoveel stemmen aan het woord te laten? Krijgen we via een analytische benadering grip op de werkelijkheid? Het gevoel overheerst dat die aanpak de gefantaseerde verdraaiing van de realiteit net versterkt. 

Verder verlevendigt de auteur de historische feiten, door er fictie en complottheorieën in te verweven. In hun meedogenloosheid krijgen corrupte dictators en andere slechteriken iets vermakelijks. Johnny Abbes Garcia spant de kroon. Dat deze koelbloedige moordenaar een notoir bordeelbezoeker was, staat mogelijk gedocumenteerd als voetnootje in de geschiedenisboeken. Dat diezelfde folteraar de hoertjes graag in hun – liefst stinkende – gleuven likt, zullen we maar beschouwen als een vermakelijk fantasietje. Ook de mysterieuze Martita Parra, minnares van dictator Armas, spreekt tot de verbeelding. Haar naam is fictief, vermoedelijk om juridische redenen. 

Een korte vingerwijzing naar Donald Trump in de epiloog bevestigt de trieste slotsom dat het einde van alle ellende nog bijlage niet in zicht is. De 84-jarige auteur voegt met Bittere tijden een sterk staaltje gesublimeerde geschiedschrijving toe aan zijn omvangrijke oeuvre.

''Ik heb een intreurig beeld gekregen van de mens. Het lijkt wel of er in ons allemaal diep vanbinnen een monster schuilt. Dat alleen maar wacht op het geschikte moment om naar buiten te komen en verwoestingen aan te richten.’

Dit is een Hebban recensie, die eerder gepubliceerd werd op Hebban.nl.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten