vrijdag 19 augustus 2022

"Vanuit het niets" van Julia Navarro


Repetitief, oppervlakkig en gekunsteld 

‘Ze hadden verschillende levens geleid, ze hadden tegengestelde morele codes, hoewel ze iets ongrijpbaars deelden: ze voelden zich nergens thuis. Want je kunt je nergens thuis voelen als je wortels worden uitgerukt. Je bent niet meer wie je dacht te zijn en vanaf dat moment ga je vanuit het niets op zoek naar jezelf.’ 

De Spaanse bestsellerauteur Julia Navarro (1953) was politiek verslaggever, voordat ze zich aan het schrijven van fictie waagde. Vanuit het niets is haar achtste roman, Marjan Meijer stond in voor de Nederlandse vertaling. 

Abir Nasr is getuige van de moord op zijn ouders door Israëlische soldaten tijdens een legermissie in Zuid-Libanon. Hij bestookt de schutter met verwensingen, vooraleer hij samen met zijn broertje Ismail het hazenpad kiest. Een oom neemt de kinderen mee naar Parijs, waar ze terechtkomen in een strengreligieus gezin, dat later naar Brussel verhuist. Als tiener zoekt Abir aansluiting bij de Europese cultuur en is hij smoorverliefd op Marion, een meisje dat hem constant kleineert. Die vernedering versterkt zijn overtuiging dat er voor hem in de westerse samenleving geen plaats is. Dan is de stap klein om toe te treden tot ‘de Cirkel’, een terroristische organisatie. Abir en Ismail reizen naar een opleidingskamp in Afghanistan, waar ze klaargestoomd worden voor het martelaarschap. Maar Abir is vooral uit op vergelding. 

Jacob Baudin is het tweede hoofdpersonage. Ook hij is afkomstig uit Libanon en verkast op jonge leeftijd met zijn ouders naar Parijs. Als zijn vader overlijdt, vertelt zijn moeder hem dat hij Joods is en vertrekken ze naar Israël. Daar zal hij deelnemen aan de militaire operatie, waarbij de ouders van Abir om het leven komen. Jaren later is Jacob werkzaam als informaticaspecialist voor een geheime dienst. Hij heeft nog altijd moeite met zijn opgelegde Joodse identiteit en de haatdragende stem van Abir achtervolgt hem in zijn nachtmerries. 

Beide jongemannen delen een traumatische geschiedenis en voelen zich nergens thuis. Het staat in de sterren geschreven dat ze mekaars pad opnieuw zullen kruisen, wanneer terroristische aanslagen Brussel teisteren. In een interview zegt de auteur dat ze de lezer wil laten nadenken over de complexiteit van zulke gebeurtenissen, door twee kanten van de medaille te belichten. Daarin is ze niet geslaagd. 

De hoofdpersonages ontberen psychologische diepgang. Je ervaart onvoldoende connectie met hun denkwereld, om te begrijpen wat hen drijft. We moeten het stellen met een omstandig, zakelijk relaas in de derde persoon verleden tijd, waarbij een waslijst aan namen passeert die verder weinig ter zake doen. Ook motiveren ze herhaaldelijk hun levenskeuzes. Wraakgevoelens bij de ene en schuldgevoelens bij de andere worden herkauwd, zonder dat dit resulteert in nieuwe inzichten. Waarom is Abir uitgegroeid tot een moordmachine? Keer op keer krijgt hij dezelfde woorden in de mond gelegd over die ‘Jodenhond’ die zijn familie heeft uitgemoord. Over hoe hij zijn verblijf in Afghanistan beleeft, vernemen we daarentegen niks en ook het dagelijks leven komt slechts rudimentair aan bod. 

De nevenfiguren overstijgen nauwelijks de grove stereotyperingen. Het Franse meisje Marion wordt eendimensionaal neergezet als een hautaine bitch. De fanatieke, godvrezende oom en zijn volgzame echtgenote hebben een opstandige, verwesterde dochter en een agressieve zoon, wat leidt tot voorspelbaar gekissebis over loyaliteit en familie-eer. Een frisse, genuanceerde kijk ontbreekt. 

De roman moet het ook niet hebben van spanning en meeslepende actiescènes. De zoveelste onwaarschijnlijkheid is net verteerd, of we krijgen alweer een vergezochte toevalligheid te slikken. Met name de ongeloofwaardige kunstgrepen waarmee de auteur gebeurtenissen en personages uit het heden en verleden met mekaar verbindt, grenst aan het lachwekkende. De geforceerde plotwendingen stapelen zich op in de richting van een spectaculaire ontknoping, die volstrekt potsierlijk is. 

Een bevlogen schrijfstijl kan dergelijke tekortkomingen verbloemen, maar mooie zinnen en beklijvende taferelen zijn ver te zoeken en de stroeve dialogen en repetitieve elementen vervelen hoe langer hoe meer. Uitweidingen over machtspelletjes tussen geheime diensten, politici en sensatiebeluste media verraden de journalistieke inborst van de schrijfster. Ondertussen helpen ze het verhaal niet vooruit. Ook de beschreven locaties missen authenticiteit. Navarro laat de lezer bijvoorbeeld de sfeer opsnuiven in de Brusselse wijk Matonge en verzandt tot tweemaal toe in het cliché van straatkraampjes die daar in werkelijkheid helemaal niet te bespeuren vallen. 

Al deze minpunten reduceren Vanuit het niets tot een teleurstellende roman die de oppervlakkigheid van een goedkope televisieserie niet overstijgt.

Dit is een Hebban recensie die eerder gepubliceerd werd op Hebban.nl.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten