In 2005 verscheen Een korte geschiedenis van de tractor in de Oekraïne, de debuutroman van Marina Lewycka, opgegroeid in Engeland als kind van Oekraïense ouders.Voor mij is dat nog altijd één van de verrassendste boeken die ik de laatste jaren gelezen heb. Een uitermate grappig en origineel verhaal, verstopt achter een gortdroge titel! Het gaat namelijk over een vierentachtigjarige Oekraïense ingenieur die in Engeland woont en verliefd wordt op een wat vulgaire jonge Oekraïense vrouw, die er letterlijk alles voor over heeft om naar het Westen te kunnen emigreren en daarom deze oude, gefortuneerde man met alle mogelijke middelen aan de haak wil slaan, tot grote ergernis van zijn twee temperamentvolle dochters, waaronder de vertelster. De opvolger Twee caravans dateert al van 2007, maar bleef om onduidelijke redenen al die tijd onderaan mijn stapeltje met ‘te lezen’ romans liggen. De twee caravans waarvan sprake in de titel, staan aan de rand van een aardbeienveld op het Engelse platteland, waar seizoensarbeiders aan het werk zijn. De meeste komen uit Oost-Europa en ze worden allemaal uitgebuit door malafide figuren, die om te beginnen een groot deel van hun loon in beslag nemen (zogezegd voor onkosten, verzekeringen enz.). In de ene caravan verblijven de vrouwen, in de andere de mannen. Het verhaal begint met de komst van een nieuwe plukster, de mooie Irina uit Oekraïne. Een achttal personages wordt vanaf dan (om de beurt) gevolgd. Allemaal hebben ze zo hun eigen hoogstpersoonlijke visie op de toestand in het algemeen en over hun lotgenoten in het bijzonder. Het eerste hoofdstuk is ijzersterk en bevat uiterst scherpe en rake observaties. Daarna volgen we de ‘aardbeienplukkers’ tijdens hun omzwervingen door Engeland. Zo komen we o.a. terecht in de visserij en in een restaurant. Het meest onthutsende hoofdstuk heeft de romantische titel ‘De boterbloemweide’ en speelt zich voornamelijk af op een kippenboerderij. Alleen al dit hoofdstuk maakt van deze roman een ‘must read’. Verbijsterend! Horror! Die kippenfilets uit de supermarkt hebben vanaf nu toch maar een raar smaakje! Ja, deze roman heeft een sterk maatschappijkritische ondertoon, maar gelukkig wordt het geen moment echt prekerig! Integendeel, net als in de vorige roman, krijgt de humor vrij spel. Bij momenten is het zelfs echte slapstick. De slechterik van dienst, die luistert naar de mooie naam ‘Vulk’ en het hele boek door te pas en te onpas blijft opduiken, is bijvoorbeeld een ongelooflijke karikatuur van een lompe, louche en geile tweederangs maffiafiguur. ‘De hond’ is ook een vreemd personage en wordt hier als een metafoor gebruikt voor deze mensen, die als honden behandeld worden, op zoek zijn naar warmte en de grote liefde en dapper uit de hoek komen als dierbaren beschermd moeten worden. In het verhaal zitten verder ook een aantal toevalligheden en wendingen die absoluut niet geloofwaardig overkomen. Maar dit was voor mij allemaal niet storend. Het boek laat zich nu eenmaal lezen als een soort parabel of noem het gerust een grimmig sprookje. Hieronder kan je een interview bekijken met de auteur, n.a.v de nominatie voor de Orwell Prize 2008 voor 'Two caravans'.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten