dinsdag 6 april 2021

"Luchtschepen" van Amélie Nothomb

 


Luchtige spielerei met literaire klassiekers 

De Franstalig-Belgische Amélie Nothomb groeide op in de Verenigde Staten en een reeks Aziatische landen. Als twintiger woonde en werkte ze een tijdje in Japan. Eenzaamheid en vervreemding van de buitenstaander zijn terugkerende thema’s in haar oeuvre. Sinds ze in 1992 debuteerde met Hygiëne van de moordenaar, levert ze jaarlijks een nieuwe roman af. Les aérostats is nummer 29, Marijke Arijs verzorgde de Nederlandse vertaling. 

De negentienjarige Ange studeert Romaanse filologie in Brussel en heeft nauwelijks contact met medestudenten. Een rijke zakenman huurt haar in om bijlessen literatuur te geven aan zijn zestienjarige zoon Pie. De jongen heeft een hekel aan lezen en een passie voor wapens en zeppelins. Toch krijgen ze een speciale band. Daarnaast is er Dominique, een vijftigjarige docent die voor Ange valt omdat ze hem doet denken aan de tijdloze jonge actrices uit de films van Eric Rohmer

Ange, die als ik-persoon haar zielenroerselen toevertrouwt aan de lezer, belichaamt naar alle waarschijnlijkheid het alter ego van de jonge Nothomb. De auteur studeerde ook filologie in Brussel en was er actief als repetitor. 

Is het geloofwaardig dat Pie, die nooit een boek heeft aangeraakt, plotsklaps verlost is van zijn dyslexie na het lezen van Le Rouge et le Noir (Stendhal) en dat hij daarna zonder verpinken de Ilias (Homerus) op één avond uitleest en voorziet van slimme commentaren? Neen dus, de personages in dit verhaal zijn nu eenmaal ondergeschikt aan een hoger doel. De auteur gebruikt ze als instrument om aan te tonen dat de handleiding voor het leven te vinden is in de literatuur en kiest daarbij resoluut voor oudere klassiekers. Stendhal, Homerus, Kafka en Dostojewski zijn klinkende namen, maar Raymond Radiguet is bijvoorbeeld minder bekend in het Nederlands taalgebied. Omdat romanpersonages en hun strubbelingen tijdens de discussies geciteerd worden zonder verdere duiding, is de lezer aangewezen op opzoekwerk. Tenminste, als je wilt doorgronden hoe deze boeken het leven van een zestienjarige eenzaat kunnen veranderen. 

Je verwacht dat het bij een dergelijke spielerei met literatuur een elitaire richting uitslaat. Niet bij Nothomb, ze schrijft helder en lichtvoetig in een aaneenschakeling van korte hoofdstukjes. Tijdens levendige gesprekken kaatsen de spitse replieken tussen Ange en haar pupil op en neer. Pie komt met zijn onbevangen, jeugdige blik tot inzichten, die de klassiekers in een nieuw perspectief plaatsen. Het onderstreept hun tijdloze karakter. Maar Pie is geen doorsnee puber, hij praat zoals een jongeling uit vervlogen tijden. En Ange lijkt op de prinses van Clèves, bruusk gekatapulteerd naar de eenentwintigste eeuw. De nevenpersonages blijven hangen in karikaturen, waarbij de excentrieke ouders van Pie de kroon spannen. Nothomb doet niet aan sfeerschepping en metaforen. Wanneer Ange door Brussel struint moeten we het stellen met een opsomming van straatnamen of een zinnetje zoals 'De drukte van de straten maakte me dronken.' 

Roept de pubertijd een halt toe aan het echte leven? Die vraag dook al op in haar debuutroman en ook hier brengt Nothomb deze thematiek in stelling. Ange en Pie verlangen naar een authenticiteit die je in de loop van 'die helse puberteit' definitief dreigt te verliezen. Ook Dominique vertoeft met zijn fascinatie voor kindvrouwtjes in een gelijkaardig straatje. Geen ode aan de onschuld, maar aan een pure, ideale staat van zijn, ontdaan van het juk dat de volwassen wereld ons oplegt. Conventies en moraal zijn niet van tel in dit kinderlijk universum. Welkom in de surrealistische sprookjeswereld van Nothomb, enigszins naïef en wereldvreemd, tegelijk compromisloos wreed en meedogenloos. 

Nothomb borduurt voort op gekende stokpaardjes uit eerdere romans en bevestigt opnieuw een hang naar buitenissigheid en zwarte humor. Spijtig dat het flinterdunne verhaal fragmentarisch en gekunsteld aandoet. Een gebrek aan diepgang en de slordige ontknoping degraderen Luchtschepen tot een vermakelijk, maar vluchtig tussendoortje. 

 'Jong zijn is een kunst, het kost tijd om het onder de knie te krijgen. Vele jaren later ben ik eindelijk jong geworden.'

Dit is een Hebban recensie, die eerder gepubliceerd werd op Hebban.nl.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten