dinsdag 28 december 2021

“Een fatale leugen” van Leah Konen


Overdadig puzzelwerk staat de spanning in de weg
 

De Amerikaanse auteur Leah Konen (1984) schreef eerst vijf Young Adult-boeken. Met All the broken people (2020) debuteert ze als thrillerauteur. Fanneke Cnossen stond in voor de Nederlandse vertaling.

Lucy King is in het geniep uit Brooklyn vertrokken, op de vlucht voor een gewelddadige partner. Ze strijkt neer in een dorpje bij Woodstock, waar ze een afgelegen cottage huurt. Op deze plek wil ze een frisse start maken, terwijl ze tegelijk doodsbang is dat haar ex opduikt om wraak te nemen. De vriendelijke buren, Vera en John, ontfermen zich over Lucy, maar betrekken de jonge vrouw in een macaber plan. Kan ze eventjes helpen om de dood van John in scène te zetten? Een klein leugentje aan de politie volstaat. Lucy heeft veel over voor haar nieuwe vrienden, totdat ze aan den lijve ondervindt dat het voorziene scenario allesbehalve waterdicht is, want John wordt dood teruggevonden. 
 
Zodra dit drama zich voltrekt zijn we aanbeland op pagina 150, ongeveer halfweg in het boek. Spijtig dat de synopsis op de achterflap zo’n flagrante spoiler zonder verpinken prijsgeeft, zeker als achteraf blijkt dat we dan het beste al achter de kiezen hebben.

In het tweede deel verliest Konen de pedalen door een lawine aan overbodige plottwists, die met elkaar concurreren in banaliteit. De lezer krijgt een krakkemikkige puzzel voorgeschoteld, waarin toevalligheden en complexe intriges zonder duiding op een hoop gegooid worden. Deze aanpak resulteert niet in de nagelbijtende spanning en beklemming die je zou verwachten, op basis van het intrigerend uitgangspunt. Bij de zoveelste cliffhanger die de auteur uit haar hoed tovert, lees je verder op automatische piloot, omdat je nu eenmaal graag wil weten hoe de vork in de steel zit. 

In psychologische thrillers zien we vaker kwetsbare, naïeve vrouwen die zich in gevaarlijke situaties manoeuvreren door verkeerde keuzes te maken. Hier lijkt de auteur geen blijf te weten met een dergelijk hoofdpersonage. Ze plaatst het vertelperspectief volledig bij Lucy, maar de analyses die ze haar in de mond legt komen geforceerd over, ze passen niet bij deze aanklampende dramaqueen. Heeft Konen schrik dat lezers de draad kwijtraken en laat ze Lucy daarom om de haverklap belerende gedachtespinsels als post-its op een whiteboard herpositioneren? 

Lucy heeft geheimen waar ze sporadisch stukjes over vrijgeeft. Ook de andere personages slepen een aura van mysterie met zich mee en hun drijfveren blijven vaag en onbestemd. Ze nemen onlogische beslissingen, waarbij elke motivatie ontbreekt. Als pionnetjes stuwen ze de overmatig geconstrueerde plot voorwaarts. En bij een politieman die een lopend onderzoek uit de doeken doet aan een verdachte, gaan je toch automatisch de wenkbrauwen fronsen? 

Ten slotte levert Konen het bewijs dat schrijfstijl er wel degelijk toedoet, wil je van vergezochte verhaallijnen iets maken waardoor de lezer zich laat verleiden en in het verhaal gelooft. Konen schept sfeer door omstandige beschrijvingen van trendy bars, interieurs, landschappen en uiterlijkheden. Ook refereert ze naar sociale media, films, kunst en literatuur. Maar een waslijst aan slordige zinnen die grammaticaal niet kloppen, wollig taalgebruik en uitvergrote emoties wekken irritatie op. Lucy heeft het over haar ‘genadeloos bonzend hart’, ze zegt dingen over zichzelf zoals ‘bloed suisde naar mijn hoofd, klotste om mijn hersens’ en hanteert sentimentele metaforen zoals ‘ik voelde me zo kwetsbaar als eeneierdop die op barsten stond.’

‘Hou het simpel, sukkel’ wordt ergens geciteerd. De fatale leugen vertrekt van een origineel idee maar mist balans, door een overdaad aan ingewikkelde plotwendingen, een gebrek aan suspense, vlakke personages en een schrijfstijl die niet overtuigt.

Dit is een Hebban recensie die eerder gepubliceerd werd op Hebban.nl.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten