vrijdag 11 november 2022

"Het dodenschip" van Vincent Baumgart


 Als reisverslag verpakte satire over de leegte 

De werkloze historicus Tim Verbogt heeft het schijnbaar goed voor mekaar. Hij mag zich achttien weken lang gratis en voor niks in luxe wentelen op het cruiseschip de Deliria. Zijn ex-leidinggevende, professor Beatrijs Huizinga, betaalt alles. Tim heeft er geen moeite mee om zich in ruil voor zoveel generositeit een dankbare houding aan te meten. Hij gaat ervan uit dat de inmiddels gescheiden Beatrijs eenzaam is en nood heeft aan gemoedelijke conversaties en een luisterend oor. Daarenboven hebben ze een seksuele verstandhouding en ontpopt hij zich tot een attente minnaar. In die laatste rol ervaart hij wel een zekere gêne, omwille van het grote leeftijdsverschil. Buitenstaanders categoriseren het koppel gemakshalve als moeder en zoon. Naarmate de reis vordert, krijgt Tim spijt van zijn overhaaste beslissing en begint hij te begrijpen waarom Beatrijs hem heeft meegevraagd. 

De Nederlandse auteur Vincent Baumgart (1963) heeft zich voor Het dodenschip grondig gedocumenteerd. De Deliria doorkruist een gebied tussen Fort Lauderdale in Florida en de Golf van Oman. De overzichtelijke hoofdstukken volgen het stramien van een reisverslag met info over de bezienswaardigheden, historische achtergronden, culturele bijzonderheden en praktische informatie. En je komt te weten wat er tijdens zo’n cruise te beleven valt inzake ontspanning, sportieve mogelijkheden, catering en entertainment. 

Op zijn blog lezen we dat de schrijver zich heeft laten inspireren door het gelijknamige boek van B. Traven uit 1926. Daarin wordt de hoofdpersoon na het verlies van zijn paspoort gedwongen tot een slavenbestaan als kolensjouwer op een varend wrak. De opvarenden zijn levende doden. De rederij is namelijk van plan om het schip te doen zinken, om op die manier geld van de verzekering te kunnen opstrijken. Het verschil tussen de ontberingen van toen en de decadentie van nu lijkt op het eerste gezicht immens. Of toch niet?  

Tim leest Het dodenschip van Traven op het dek van de Deliria en constateert dat de sociale misstanden die de auteur bijna honderd jaar geleden aan de orde stelde, vandaag nog steeds brandend actueel zijn. Het personeel uit Azië en Oost-Europa werkt de klok rond om de verwende toeristen in de watten te leggen voor een aalmoes. Maar met de reizigers is het niet beter gesteld. Tim verveelt zich en merkt tot zijn ontzetting hoe zijn intelligentie afbrokkelt. 

‘Na drie weken op de Deliria verslikte ik me tijdens de lunch in de Lido Salad Bar in het woord ‘utilitarisme’. Ik was niet in staat de klanken in de juiste volgorde te vormen. […] Waarom ik het woord had willen uitspreken vergat ik op het moment dat mijn mond de bevelen van mijn brein weigerde. Met een schok besefte ik dat mijn woordenschat me ontglipte. Ik was de gebruikelijke woorden ontwend, ze waren hier aan boord overbodig, en mijn brein dumpte ze nu als zijnde dood gewicht. Mijn medepassagiers kwamen met enige honderden woorden toe, waarvan Oh my God, beautiful, great en andere superlatieven de hoofdmoot vormden. […] Betogen, ideeën, waarheden, inzichten: het had in deze werkelijkheid geen plaats. Hier vormde het levensdoel de rijen met rode saus overgoten ijssorbets op het buffet, waarachter Aziatische kelners in hun dubbelknoops witte jasjes klaar stonden, glimlachend wachtend voor hernieuwd dienstbetoon.’ 

De Deliria is een treffende naam voor het schip, ze symboliseert de afstomping die Tim overvalt. Hij probeert de verveling te verdrijven met alcohol, mechanische seks of duffe uitstapjes en vult de leegte op met gedetailleerde beschrijvingen van het decor, de kitscherige bars en het infantiele vermaak. Ook de uiterlijke eigenaardigheden en gedragingen van reisgenoten komen omstandig aan bod. Tim verkneukelt zich erover dat vakantiegangers massaal warmlopen voor ‘wereldwonderen’ waarbij niets te zien is, zoals de passage van de evenaarslijn en de datumgrens. Hij is een nieuwsgierige toeschouwer, die zijn omgeving bekijkt met dedain en overal het zijne van denkt. Maar hij houdt deze gedachten voor zichzelf en getuigt van weinig initiatief. Bezorgd over hoe hij op de anderen overkomt, laat hij zich veel welgevallen. 

Terwijl het schip onderweg is naar alweer een volgende aanlegplaats, raken we verzeild in een soort van Loveboat 2.0. Passagiers en bemanningsleden zorgen daarbij voor de broodnodige variatie en intriges, weliswaar met een sarcastische knipoog en een ondeugend gevoel voor decorum. Het verhaal van Tim en Beatrijs zit hier middenin. Korte flashbacks belichten hun ingewikkelde relatie, maar aangezien we het moeten stellen met de aannames van Tim, blijven de drijfveren van Beatrijs vaag. 

Tim gedraagt zich volgens Beatrijs als een journalist, die gericht is op anekdotes en de grote lijnen mist. De ironie wil dat die grote lijnen net dankzij al die faits divers, intelligente observaties en raak getypeerde personages komen bovendrijven. Het is de verdienste van Baumgart dat hij de verstikkende en geestdodende effecten van overdadige weelde tastbaar maakt voor de lezer. Met Het dodenschip levert hij een geslaagde derde roman af.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten