maandag 6 maart 2023

"De diepst verborgen herinnering van de mens" van Mohamed Mbougar Sarr

 


Wie schrijft, die blijft!? 

Met zijn vierde roman De diepst verborgen herinnering van de mens wint de Frans-Senegalese auteur Mohamed Mbougar Sarr (1990) de Prix Concourt 2021. Hij is de eerste schrijver uit Afrika die deze prestigieuze prijs in de wacht sleept. Jelle Noorman stond in voor de Nederlandse vertaling. 

‘Het is een verhaal dat zich met geen mogelijkheid laat vertellen, maar zich evenmin laat vergeten of verzwijgen. Maar wat moet je met iets wat vergeten noch verteld kan worden, noch tot zwijgen kan worden gebracht?’ 

De ambitieuze roman bestaat uit een lappendeken aan verhalen die cirkelen rond T.C. Elimane, een in de vergetelheid geraakte Senegalees/Franse schrijver. Zijn mysterieuze roman Het labyrint der onmenselijkheid uit 1938 werd eerst de hemel in geprezen als literair meesterwerk, om na een plagiaatschandaal van de aardbodem te verdwijnen. 

‘… een fantoomboek waarvan de auteur niets meer leek te zijn geweest dan een afgestreken lucifer in het holst van de literaire nacht.’ 

Tachtig jaar later krijgt Diégane Latyr Faye, eveneens een Senegalees/Franse auteur, de legendarische klassieker toevallig in handen. Diégane koestert zelf de ambitie om een magnum opus te schrijven en beschouwt Elimane als zijn grote voorbeeld. Obsessief gaat hij op zoek naar de spoorloze auteur. Een queeste die hem van Parijs naar Amsterdam, Senegal en Argentinië brengt. 

De personages die zijn weg kruisen, zijn afkomstig uit allerlei hoeken van de wereld. Het gaat voornamelijk om Afrikanen die een beetje verdoold en ongelukkig zijn in Europa. Zonder uitzondering hebben ze barsten opgelopen en zijn ze op één of andere manier bezig met literatuur. Ze komen tot leven via flarden uit hun fictieve literaire werken en de ervaringen die ze delen. Van alle getuigenissen beklijft die van Musimbwa het meest. Deze Congolese banneling keert terug naar zijn vaderland zodra hij aanvoelt dat weten en begrijpen wat je werkelijk moet schrijven niet op elke plek kan. 

Het vertelperspectief verspringt lukraak in tijd en ruimte tussen al die ik-figuren. De auteur creëert hiermee een labyrint van verhalen in verhalen, die om elkaar heen wentelen. Dit alles in een context van trauma’s en de naweeën van het koloniale verleden, waar elke vertelstem door getekend is. Tegelijk sprokkelt Diégane stukjes informatie over Elimane bijeen en ondervindt aan den lijve de paradox van iedere zoektocht naar kennis. Hoe meer hij ontdekt over Elimane, hoe dieper hij ervan doordrongen raakt dat een leven niet te reconstrueren valt, het is enkel een interpretatie van losse deeltjes die je samenvoegt vanuit je eigen referentiekader. 

‘Zijn ziel is als een zwart gat, dat alles wat erbij in de buurt komt als een magneet aantrekt en opslokt. Je buigt je een poos over zijn leven en wanneer je er, ernstig en gelaten en vergrijsd, en misschien zelfs wanhopig, weer afstand van neemt, mompel je: van de menselijke ziel kun je niets weten, er valt niets te weten.’ 

Diégane wil achterhalen hoe Afrikanen zich het best staande houden binnen de westerse literatuur. Hij hekelt auteurs die zichzelf verloochenen om verkoopbaar te zijn. Bloedeloos realisme, burgerlijke mooischrijverij en geëngageerde auteurs met hun dorre pretentie moeten eraan geloven. In verwoede pogingen om de essentie van literatuur te definiëren, poneert hij vol overtuiging stellingen, om ze enkele bladzijden verder tegen te spreken. 

Sarr speelt met dergelijke contrasten, die zich reflecteren in zijn schrijfstijl, die afwisselend verheven, passioneel, poëtisch, humoristisch of zakelijk is. Hij maakt gebruik van een amalgaam aan literaire technieken, waaronder brieven, opiniestukken, dagboekfragmenten, recensies, interviews en onderdelen uit fictieve boeken en biografische werken. Opzichtig bedelft hij de lezer onder moeilijke woorden en verwijzingen naar literatuur, filosofie en mythologie. Diégane spuwt zijn overtuigingen uit in superlange, expressieve zinnen, bijvoorbeeld wanneer hij in woede uitbarst over de westerse verwachtingspatronen rond Afrikaanse auteurs. Met eenzelfde bevlogenheid spreidt hij een compromisloze onderworpenheid aan zijn geliefde tentoon. Dit resulteert in een prachtige erotische scène, waarin hij het vrouwelijk orgasme met lyrische woorden probeert te doorgronden. En Sarr kruidt alles met een vanzelfsprekende dosis magie en metafysische elementen, die een kniesoor zou kunnen wegzetten als het zozeer verguisde exotisme. 

Eindigheid en eenzaamheid loeren voortdurend om de hoek. Ook literatuur dooft tenslotte uit, maar dit vormt geen beletsel om het belang ervan hardnekkig te verdedigen. Met de quotes die de rijkdom van literatuur illustreren, kan je een volledige bundel samenstellen. Diégane wint bovendien aan authenticiteit door de drammerige zelfgenoegzaamheid die hij aanvankelijk etaleert geleidelijk los te laten. Hij beseft dat literatuur de wereld niet moet weergeven maar wel kan herscheppen. Dit inzicht werkt bevrijdend omdat de hartverscheurende keuze tussen leven en schrijven uiteindelijk niet nodig is. De diepst verborgen herinnering van de mens is een rijke, filosofische roman, die de lezer aan het denken zet over de zin en onzin van literatuur.

‘Grote werken verarmen je en moeten je ook altijd verarmen. Ze ontdoen je van alles wat overbodig is. Na ze te hebben gelezen weet je je altijd beroofd: verrijkt, maar verrijkt door wat je ontvreemd is.'

Dit is een Hebban recensie die eerder gepubliceerd werd op Hebban.nl.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten