dinsdag 11 april 2017
"Rivieren" van Martin Michael Driessen
"Tot nog toe had hij niet veel bewerkstelligd, vond hij. Hij was geboren, net als Napoleon, Beethoven en Jules Verne, maar daar hield de overeenkomst op."
"De Rodach, de Main en de Rijn: ze kwamen bij elkaar en eindigden in dezelfde zee. Maar ook stromen die nooit bij elkaar kwamen, mondden in diezelfde zee."
"En je hebt zeker wel gehoord dat ik ga trouwen?"
"Nee", zei Konrad, "gefeliciteerd". [ ...] "Hoe heet ze?"
"Tja, haar zus heet Gloria, dat is een mooie naam... zij heet Hermine"
Bovenstaande citaten komen uit De reis naar de maan, één van de drie verhalen uit de bundel Rivieren van de Nederlandse auteur Martin Michael Driessen.
Driessen prijkt met dit boek op de shortlist voor de Fintro Literatuurprijs, nadat hij vorig jaar met hetzelfde boek ook al de ECI Literatuurprijs in de wacht sleepte. Hij mocht tegelijk de Lezersprijs mee naar huis nemen. Met een dergelijk palmares schep je vanzelfsprekend hoge verwachtingen. Ik kan dus niet zeggen dat ik volledig onbevangen aan dit leesavontuur begonnen ben. Gelukkig heeft het boek me niet teleurgesteld.
In Fleuve Sauvage volgen we een operazanger die zichzelf graag zou zien in een glansrol als Macbeth. Zijn alcoholverslaving speelt hem echter danig parten. Kan een eenzame kanotocht over de Aisne zijn leven terug op de rails zetten of beslist de rivier er anders over? De zintuiglijkheid waarmee de auteur de odyssee van zijn personage beschrijft, kruipt onder de huid, maar roept bij mij als lezer geen mededogen op. Dat de zelfingenomen, cynische (anti)held roemloos ten onder zal gaan, staat van in het begin als een paal boven water en de apocalyptische scene waarbij dit na een kleine 30 pagina's gebeurt is heerlijk over the top.
Met het tweede verhaal, De reis naar de maan, zetten we een stap terug in de tijd. De veertienjarige Konrad mag voor het eerst mee de rivier op om "stammen te vlotten". Het is zijn droom om de grote rivier (De Rijn) volledig af te varen. Zijn rijke "vriend" Julius kan dit voor hem mogelijk maken, maar weet zelf niet goed welke richting hij in zijn leven wil uitslaan. Ook in dit verhaal staat de drang van de nietige mens om een grote persoonlijke ambitie te realiseren centraal en de grootse natuur waartegen hij uiteindelijk het onderspit moet delven. Op rijpere leeftijd gekomen beseffen de twee hoofdpersonen uit dit verhaal dat hun leven een mislukking is. Tegelijk slagen ze er niet in met elkaar te communiceren. Dit verhaal leest als een ouderwets jongensboek, tijdens de technische beschrijvingen van het vlotten had ik soms moeite om er mijn volledige aandacht bij te houden. Daarbij moest ik denken aan De avonturen van Arthur Gordon Pym van Edgar Allen Poe (voor zover ik me dat boek nog kan herinneren, de leeservaring was in elk geval vergelijkbaar).
Pierre en Adèle gaat over twee rivaliserende families die elk een lap grond bezitten. Een rivier meandert als grens doorheen hun goed en houdt de strijd al generaties lang levend. De onberekenbare rivier verlegt namelijk steeds opnieuw de grens, altijd in het voordeel van de vijand. Dit verhaal heeft iets van een streekroman, maar nog meer is het een parabel met archetypische personages, die zichzelf ongelukkig maken doordat ze er niet in slagen zich los te maken van hun traditie en materiële noden. De mens heeft de destructieve neiging om zichzelf te laten meesleuren in de ondergang van zijn tegenstander, als hij daarmee kan beletten dat de andere het pleit wint. De hilarische plotwending (de ontdekking van een schat) versterkt hierbij het theatrale effect. Kortom, een verhaal over menselijke tekorten en het gevoel dat het gras altijd groener is aan de overkant.
In de drie verhalen meandert, kolkt, stroomt,... de beeldenrijke taal in het ritme van de rivieren. (Ik weet dat deze vergelijking flink cliché is). De rivieren zijn de vaste hoofdpersonages, die de tragische, menselijke figuren slechts als tijdelijke figuranten laten meedoen.
De auteur doorspekt de verhalen met verwijzingen naar literatuur (vb. Jules Verne), religieuze rituelen, mythologie (vb. Die Loreley), theater/opera (Shakespeare), film (Deliverance) en demonstreert af en toe iets te nadrukkelijk zijn eruditie door het gebruik van moeilijke woorden (vb. querulant). Maar laat dit slechts een minimale kanttekening zijn bij een boek dat ik zeker wil aanraden!
Martin Michael Driessen levert een verhalenbundel af met drie pareltjes die aanzetten om na te denken over de menselijke natuur, over de nietige mens die vol zelfoverschatting met zijn gewichtige idealen en verwachtingen in het leven staat en op die manier nooit geluk zal vinden, want de overweldigende natuur blijft ontembaar. Een jongensboek, bevolkt met anti-helden.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten