De menselijke droom
"Wat is uw grondstof, waar zijt ge uit gekneed,
Dat duizend vreemde schimmen u omstrijken?"
Dit citaat vanWilliam Shakespeare loopt als een rode draad doorheen Frankusstein, de nieuwe roman van de Engelse auteur Jeanette Winterson.
Frankusstein (originele titel: "Frankissstein: a love story") is geen gemakkelijk boek. Er zitten veel verwijzingen in naar wetenschap, technologie, kunst, literatuur, films enz. Laat een gebrek aan voorkennis over termen zoals Cryonisme, Luddisme of Transhumanisme u echter niet tegenhouden om deze uitdagende ideeënroman te lezen.
Jeanette Winterson is ervan overtuigd dat we aan de vooravond staan van revolutionaire ontwikkelingen, die bepalend zijn voor de toekomst van de menselijke soort. Ze vertrekt hierbij vanuit de klassieke gothic novel Frankenstein van Mary Shelley (verschenen in 1818). Mary Shelley verblijft in 1816 aan het meer van Genève, samen met haar partner Percy Bysshe Shelley, haar stiefzus Claire Clairmont, Lord Byron en zijn lijfarts John William Polidori. Ze voeren er filosofische gesprekken over de toekomst van de mens, dood en het (eeuwige) leven, ondoden (vampieren), de tweespalt tussen lichaam en geest, de menselijke ziel, de positie van de vrouw en de industriële revolutie die op dat moment volop aan de gang is. Lord Byron daagt het gezelschap uit om elk een roman te schrijven. We zijn getuige van de (weliswaar gefictionaliseerde) ontstaansgeschiedenis van Frankenstein, waarin een zekere Victor Frankenstein erin slaagt om uit dode materie een levend wezen te scheppen. Hij krijgt snel spijt als hij merkt dat zijn "monsterlijke" creatie geen ziel heeft. Het wezen voelt wel lichamelijke behoefte aan tederheid, maar roept bij iedereen weerzin op en wreekt zich uiteindelijk door zijn schepper te doden.
Jeanette Winterson laat haar verbeelding los op deze klassieker, transporteert de denkoefeningen van toen naar het heden, waardoor Frankusstein een soort van Frankenstein 2.0 wordt. Ook vandaag gaat de zoektocht naar manieren om niet biologische levensvormen te creëren onverdroten verder.
"Wat er nu, eindelijk, met kunstmatige intelligentie gebeurt is wat mij betreft zoiets als thuiskomen. Wat we droomden is in wezen de realiteit. We zitten niet aan ons lichaam vast. We hebben het eeuwige leven."
In Frankusstein kruisen personen die echt bestaan hebben het pad van fictieve romanfiguren. In de eenentwintigste eeuw wordt de transgender arts Ry Shelley verliefd op professor Victor Stein. Volgens deze wetenschapper is het einde van de menselijke soort in zicht. De toekomst ligt in handen van kunstmatige intelligentie. Het menselijke brein kan zich volgens hem enkel handhaven als het zich bevrijdt van de ballast van het biologisch lichaam.
De antagonist van professor Victor Stein is Ron Lord, die grossiert in seksrobotten. Dit resulteert in het eerste deel van het boek in hilarische dialogen. The Stepford Wives revisited!
Seksbots komen met hun perfecte lichamen tegemoet aan de seksuele verlangens van mannen. Het menselijk lichaam verliest het hier van de machine. Maar Seksbots en andere robotten denken niet zelfstandig, hun brein is niet van belang. Ze zijn nog altijd ondergeschikt aan de mens. Daarom zijn ze voor professor Victor Stein niet interessant.
Een volgende tussenstap is het cryonisme, mensen die hun dode lichaam laten conserveren totdat de technologie er klaar voor is om ze terug tot leven te wekken. Maar waarom zouden we de moeite doen om biologische lichamen in al hun kwetsbaarheid te reanimeren? Het is toch het brein dat van de mens een uniek wezen maakt en niet het omhulsel? Daarom opteren sommigen ervoor om enkel hun hoofd te laten conserveren. Later kan er indien nodig een nieuw lichaam onder geplaatst worden, biologisch of machinaal.
Professor Stein gaat nog een stap verder, er is volgens hem helemaal geen lichaam meer nodig, de herseninhoud uploaden naar een krachtige machine: daarin ligt voor hem de toekomst, in digitale onsterfelijkheid.
‘Je pense, donc je suis.’ (René Descartes)
Is de mens te reduceren tot zijn brein? Zijn lichamelijke gewaarwordingen, zintuiglijkheid, ervaringen, emoties, bindingen, empathie en samenwerking niet eveneens bepalend voor hoe de mens in het leven staat? Dat klopt, als er enkel een denkend brein overblijft, spreken we niet meer van een mens, maar er ontstaat een nieuwe soort. Kan dit wezen intellectueel superieur worden aan de mens, boven de mens komen staan? Een vraag die samen met andere vragen deze rijke, onderhoudende roman doorkruist.
Ook kolonisatie van de ruimte, patriottisme, onsterfelijkheid, voortplanting, feminisme, het verdwijnen van gender, de rol van religie, reïncarnatie, DNA, vooroordelen,... komen aan bod. Het blijft een kluwen met interessante, confronterende denkoefeningen en actuele thema’s waarbij de personages met hun gedachtewisselingen model staan voor diverse toekomstvisies.
Parallel hiermee keren we terug in de tijd naar het leven en verhaal van Mary Shelley en sociale, ethische kwesties die elke revolutie tekenen. Hier worden o.a. de Luddieten aangehaald en linken gelegd met de Brexit. Revoluties leiden altijd weer tot uitsluiting en in eerste instantie wordt enkel de bovenlaag van de samenleving er beter van. Zo voelde Mary Shelley zich in haar tijd als vrouw uitgesloten en belemmerd in haar mogelijkheden.
Dé hamvraag bij dit alles is of de mens als soort de moeite waard is om te blijven voortbestaan. Het biologisch lichaam belemmert de mens bijvoorbeeld bij de kolonisatie van de ruimte (problemen met de atmosfeer, temperaturen, voedsel, afstanden, water,...). Zouden we dit lichaam missen? Het geeft ons immers seksueel genot, lekker eten,... maar het lichaam veroudert en brengt ziekte, pijn en aftakeling. Ook het menselijk brein is verre van perfect. IJdelheid, wreedheid, negatieve gedachten, competitiviteit... ze leiden tot oorlogen en ellende.
Toch kom ik in Frankusstein vooral veel liefde voor de mens met zijn dromen en zwakheden tegen. Doorheen heel het boek wordt de lezer verwend met prachtige literaire citaten. Het gaat tenslotte om een liefdesverhaal, waarin op het einde heden, verleden en toekomst op een mooie, poëtische manier samensmelten. Kan technologie zonder de poëzie van de menselijke verbeelding?
"De wereld staat aan het begin van iets nieuws. We zijn de scheppende geesten van ons lot. En ik ben misschien geen uitvinder van machines, maar wel van dromen".
Website van de auteur: http://www.jeanettewinterson.com
Bekijk hieronder een interview met Jeanette Winterston over Frankusstein.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten