maandag 6 april 2020

"De waterdanser" van Ta-Nehisi Coates


De slavernij bezweren in een draaikolk van Afrikaanse magie 

Ta-Nehisi Coates schreef essays over hoe racisme ingebed zit in de Amerikaanse cultuur. Hij is ook de auteur van Black Panther, waarin een stripheld optreedt als magische beschermer van een Afrikaanse fantasiestaat. In zijn romandebuut, vertaald door Ton Heuvelmans, verweeft Coates beide genres.

De waterdanser is gesitueerd kort vóór de Amerikaanse Burgeroorlog. Hiram Walker is de zoon van de heer van Lockless, een fictieve tabaksplantage in Virginia, en Rose, een tewerkgestelde. Op negenjarige leeftijd verliest hij zijn moeder: ze wordt doorverkocht. Hiram beschikt over een uitzonderlijk geheugen, dat hem in de steek laat zodra zijn moeder in beeld komt. Bij de ‘mensen in De Straat’ verzamelt hij puzzelstukjes, die hij in elkaar past tot een portret van ‘de vrouw die woonde in zijn dromen.’

Hiram wordt knecht bij zijn blanke halfbroer. Vanaf dan voelt hij ‘de drukkende last om van dichtbij te zien hoe de Elite echt leefde met al hun luxe, en hoezeer ze van ons roofden.’ Op de eerste bladzijden storten beide broers van een brug in de rivier. Hiram overleeft als bij wonder. Terwijl hij op sterven na dood in het water ligt, ontwaart hij visioenen van zijn moeder in mistflarden en een blauw licht. Deze beelden sterken hem in de overtuiging om zijn gevangenschap te ontvluchten. Tijdens ontsnappingspogingen verzeilt hij bij een ondergrondse beweging die slaven helpt vluchten naar het Noorden.

De waterdanser leest als een spannend avonturenverhaal dat de anekdotiek overstijgt, een heldenepos met mythische proporties. Tegelijkertijd is het een roep om vrijheid en menselijke waardigheid in een messcherpe, compromisloze afrekening met de slavernij. De auteur hanteert verteltechnieken die zijn boodschap ondersteunen. Terwijl Hiram chronologisch terugblikt op zijn woelige leven, duiken herhaaldelijk dromerige visioenen op, waar hij geen vat op krijgt.

De ik-vorm versterkt de inleving, maar door alles in de verleden tijd te vertellen, creëert de auteur voldoende afstand en krijgt de verteller kansen om aan zelfreflectie te doen en alles in een breder perspectief te plaatsen. Het gebeuren baadt door deze verteltrant in een verheven elan. Met een weldoordacht hoofdlettergebruik doet de auteur er nog een schepje bovenop: ‘De Tewerkgestelden’ (slaven), ‘De Elite’ (meesters), ‘De Straat’ (krottenwijk), ‘Het Werk’ (slavenarbeid) en vooral ‘De Geleiding’ (teleportatie).

Hiram beschikt over magische krachten, waarvan teleportatie de opvallendste is. Denk aan Mozes en de uittocht uit Egypte. Die bovennatuurlijke trekjes schrikken mogelijk nuchtere lezers af, terwijl hierin precies de kwaliteiten van deze roman schuilen. Ze geven betekenis aan gevoelens, te pijnlijk om uit te spreken. Hiram roept loepzuivere beelden op, maar de emoties erachter verdringt hij. Dankzij het wonder van ‘De Geleiding’ speelt hij het klaar om ondraaglijke gevoelens onder ogen te zien. Hieruit put hij vervolgens de kracht om zichzelf en zijn lotgenoten te bevrijden.

‘Voor het eerst begreep ik de Geleiding, begreep ik dat het een pleisterplaats voor het gevoel was, samengesteld uit ogenblikken die zo bijzonder waren dat ze net zo levensecht werden als steen en staal, als een ijzeren kat die over het spoor raast en merels opjaagt van het zonnescherm.’

Coates laat zijn personages hun onmacht overstijgen via de mystificatie van natuurelementen. Een mythe vertelt hoe Afrikaanse mannen, vrouwen en kinderen al dansend, dwars door de oceaan naar huis lopen. In het verlengde hiervan ziet Hiram zijn moeder dansen op de rivier met een waterkruik op haar hoofd. Wreedheden worden getemperd door dergelijke poëtische metaforen en een sprookjesachtige sfeer. De waterdanser is een pleidooi om de gruwel van de slavernij niet onder de mat te vegen en een indrukwekkend eerbetoon aan de magie van Afrikaanse verhalen, waarin ‘de eerste nachtvorst aanvoelt als een oververhitte prairie.’

‘In de straat leefden we in een wereld van verhalen en vertellingen, van voodoo en bezwering, van bijgeloof en verboden. Ik geloofde niet in die wereld. Maar toen ik geleid werd, ervoer ik niettemin een drastische herziening van de wereld om me heen en van de wonderen en krachten die hij bevatte.‘

Dit is een Hebban recensie, die eerder gepubliceerd werd op Hebban.nl

Geen opmerkingen:

Een reactie posten